Een explosief onderwerp: Explode of Xplode?
Geplaatst: di 26 mar 2013, 17:25
Explode is een functie binnen AutoCAD die iedereen wel kent en waarschijnlijk regelmatig gebruikt. Hoewel ik het persoonlijk jammer vindt dat Autodesk is afgestapt van het plaatje van een dynamietstaafje als symbool voor het commando Explode, gaat dit artikel daar niet over.
In dit artikel wordt het commando Xplode nader bekeken. Xplode is het minder belichte slimme broertje van Explode.
Kun je met Explode niet veel meer dan een object uiteen laten vallen in zijn losse onderdelen (bijvoorbeeld een polylijn en lijnen en bogen, blocks naar de elementen waaruit het block is opgebouwd etc.), met Xplode kan dat ook, maar dan met meer mogelijkheden.
Explode
Als eerste een opsomming van de elementen waar Explode effect op heeft:
• 2D Polyline
Eventuele lijnbreedte wordt verwijderd en de polylijn valt uiteen in lijnen en bogen
• 3D Polyline
Geëxplodeerd naar lijnstukken met 3D-coördinaten.
• 3D Solid
Planar faces worden regions, nonplanar faces worden [/i]surfaces[/i].
• Annotative Objects
Wat er zichtbaar is in de huidige schaal wordt omgezet naar een normale niet-annotatieve tekst, de overige teksten worden verwijderd. Andere annotatieve objecten verliezen hun annotativiteit.
• Arc
Als een boog zich bevindt in een block dat niet uniform is geschaald (dus de x-schaal is een andere dan de y-schaal) dan worden het ellipsen.
• Array
De relatie tussen de objecten wordt verwijderd, de objecten blijven bestaan. Als de objecten zelf nog te exploderen zijn, dan gebeurt dat pas wanneer er nogmaals het commando Explode op wordt uitgevoerd.
• Block
Het block valt uiteen in de samenstellende delen. Zijn die delen zelf weer explodeerbaar (polylijnen, blocks etc.), dan moet nogmaals geëxplodeerd worden om deze ook uiteen te laten vallen. Het exploderen gaat per niveau. Eerst het block, dan de delen waaruit het block bestaat en dan misschien nog verder….
Blocks die geen gelijke schaal hebben kunnen soms onverwachte verrassingen geven. Als er elementen in een dergelijk block zitten die niet mee-geëxplodeerd kunnen worden dan worden deze verzameld in een 'anoniem' block met een naam die begint met '*E'.
Als geen enkel element in een block geëxplodeerd mag worden, dan wordt het block niet geëxplodeerd.
Attributen in blocks worden omgezet naar hun definities (u ziet de tagname) en zijn hun waarde kwijt .
Blocks in xrefs kunnen niet geëxplodeerd worden en blocks geplaatst met het commando Minsert (= multiple insert) kunnen ook niet geëxplodeerd worden (Minsert is niet beschikbaar in AutoCAD LT).
• Body
Valt uiteen in een single-surface body (nonplanar surfaces), regions of bogen.
• Circle
Als er een cirkel voorkomt in een niet gelijkmatig geschaald block dan wordt de cirkel omgezet naar een ellips.
• Leaders
Afhankelijk van de instellingen valt een leader uiteen in lijnen, splines, solids, blocks, en/of multiline text.
• Mesh Objects
Elke face wordt een aparte 3D face.
• Multiline Text
Valt uiteen in tekst objecten (single line text).
• Multiline
Valt uiteen in lijnen en bogen.
• Polyface Mesh
Eenpunts-meshes worden punten, twee-puntsmeshes worden lijnen en driepunts-meshes worden 3D faces.
• Region
Valt uiteen in lijnen, bogen en/of splines.
Er zijn geen keuzemogelijkheden.
Xplode
Het commando Xplode zit niet in de ribbon en moet ingetikt worden op de commandline.
Na het selecteren van de objecten krijgt u op de commandline de volgende opties:
[img]https://cadaccent.nl/forum/images/AutoCAD%202013%20-%20Xplode%20en%20Explode/xp1.png[/img]
We lopen ze even door:
• All
Zorgt dat zowel de kleur, de laag, het lijntype en de lineweight worden ingesteld nadat het object geëxplodeerd is. Na deze keuze wordt gevraagd voor elk van deze opties een waarde te geven. Dus eerst wordt een nieuw kleurnummer gevraagd, vervolgens het lijntype etc.:
[img]https://cadaccent.nl/forum/images/AutoCAD%202013%20-%20Xplode%20en%20Explode/xp2.png[/img]
Als laatste wordt nog een opsomming van uw instellingen gegeven, zoals hierboven aangegeven is.
• Color
Met deze optie stelt u alleen een nieuwe kleur in voor de geëxplodeerde elementen.
• Layer
Hiermee stelt u een nieuwe laag in voor de elementen van het geëxplodeerde element.
• LType
Voor het instellen van een nieuw lijntype voor de elementen van het geëxplodeerde object.
• LWeight
Het instellen van een nieuwe lijndikte doet u met deze optie. De lijndikte wordt toegepast op de elementen die overblijven na het exploderen van het geselecteerde object.
• Inherit from parent block
Dit werkt alleen voor het exploderen van een block. Hiermee nemen de onderdelen van het block na exploderen de eigenschappen over die het block oorspronkelijk had.
• Explode
Met deze laatste optie werkt Xplode hetzelfde als Explode. Gewoon exploderen zonder aanpassingen.
Dan rijst natuurlijk de vraag: waarom is Xplode niet de standaardoptie in plaats van Explode? Het werkt hetzelfde alleen met meer mogelijkheden. Het antwoord is niet te geven, alleen door de mensen van Autodesk.
Maar het feit blijft dat dit een heel handige functie is, die helaas alleen via de commandline te bereiken is. Maar wat let u om het commando achter de alias 'X' te vervangen door Xplode?
In dit artikel wordt het commando Xplode nader bekeken. Xplode is het minder belichte slimme broertje van Explode.
Kun je met Explode niet veel meer dan een object uiteen laten vallen in zijn losse onderdelen (bijvoorbeeld een polylijn en lijnen en bogen, blocks naar de elementen waaruit het block is opgebouwd etc.), met Xplode kan dat ook, maar dan met meer mogelijkheden.
Explode
Als eerste een opsomming van de elementen waar Explode effect op heeft:
• 2D Polyline
Eventuele lijnbreedte wordt verwijderd en de polylijn valt uiteen in lijnen en bogen
• 3D Polyline
Geëxplodeerd naar lijnstukken met 3D-coördinaten.
• 3D Solid
Planar faces worden regions, nonplanar faces worden [/i]surfaces[/i].
• Annotative Objects
Wat er zichtbaar is in de huidige schaal wordt omgezet naar een normale niet-annotatieve tekst, de overige teksten worden verwijderd. Andere annotatieve objecten verliezen hun annotativiteit.
• Arc
Als een boog zich bevindt in een block dat niet uniform is geschaald (dus de x-schaal is een andere dan de y-schaal) dan worden het ellipsen.
• Array
De relatie tussen de objecten wordt verwijderd, de objecten blijven bestaan. Als de objecten zelf nog te exploderen zijn, dan gebeurt dat pas wanneer er nogmaals het commando Explode op wordt uitgevoerd.
• Block
Het block valt uiteen in de samenstellende delen. Zijn die delen zelf weer explodeerbaar (polylijnen, blocks etc.), dan moet nogmaals geëxplodeerd worden om deze ook uiteen te laten vallen. Het exploderen gaat per niveau. Eerst het block, dan de delen waaruit het block bestaat en dan misschien nog verder….
Blocks die geen gelijke schaal hebben kunnen soms onverwachte verrassingen geven. Als er elementen in een dergelijk block zitten die niet mee-geëxplodeerd kunnen worden dan worden deze verzameld in een 'anoniem' block met een naam die begint met '*E'.
Als geen enkel element in een block geëxplodeerd mag worden, dan wordt het block niet geëxplodeerd.
Attributen in blocks worden omgezet naar hun definities (u ziet de tagname) en zijn hun waarde kwijt .
Blocks in xrefs kunnen niet geëxplodeerd worden en blocks geplaatst met het commando Minsert (= multiple insert) kunnen ook niet geëxplodeerd worden (Minsert is niet beschikbaar in AutoCAD LT).
• Body
Valt uiteen in een single-surface body (nonplanar surfaces), regions of bogen.
• Circle
Als er een cirkel voorkomt in een niet gelijkmatig geschaald block dan wordt de cirkel omgezet naar een ellips.
• Leaders
Afhankelijk van de instellingen valt een leader uiteen in lijnen, splines, solids, blocks, en/of multiline text.
• Mesh Objects
Elke face wordt een aparte 3D face.
• Multiline Text
Valt uiteen in tekst objecten (single line text).
• Multiline
Valt uiteen in lijnen en bogen.
• Polyface Mesh
Eenpunts-meshes worden punten, twee-puntsmeshes worden lijnen en driepunts-meshes worden 3D faces.
• Region
Valt uiteen in lijnen, bogen en/of splines.
Er zijn geen keuzemogelijkheden.
Xplode
Het commando Xplode zit niet in de ribbon en moet ingetikt worden op de commandline.
Na het selecteren van de objecten krijgt u op de commandline de volgende opties:
[img]https://cadaccent.nl/forum/images/AutoCAD%202013%20-%20Xplode%20en%20Explode/xp1.png[/img]
We lopen ze even door:
• All
Zorgt dat zowel de kleur, de laag, het lijntype en de lineweight worden ingesteld nadat het object geëxplodeerd is. Na deze keuze wordt gevraagd voor elk van deze opties een waarde te geven. Dus eerst wordt een nieuw kleurnummer gevraagd, vervolgens het lijntype etc.:
[img]https://cadaccent.nl/forum/images/AutoCAD%202013%20-%20Xplode%20en%20Explode/xp2.png[/img]
Als laatste wordt nog een opsomming van uw instellingen gegeven, zoals hierboven aangegeven is.
• Color
Met deze optie stelt u alleen een nieuwe kleur in voor de geëxplodeerde elementen.
• Layer
Hiermee stelt u een nieuwe laag in voor de elementen van het geëxplodeerde element.
• LType
Voor het instellen van een nieuw lijntype voor de elementen van het geëxplodeerde object.
• LWeight
Het instellen van een nieuwe lijndikte doet u met deze optie. De lijndikte wordt toegepast op de elementen die overblijven na het exploderen van het geselecteerde object.
• Inherit from parent block
Dit werkt alleen voor het exploderen van een block. Hiermee nemen de onderdelen van het block na exploderen de eigenschappen over die het block oorspronkelijk had.
• Explode
Met deze laatste optie werkt Xplode hetzelfde als Explode. Gewoon exploderen zonder aanpassingen.
Dan rijst natuurlijk de vraag: waarom is Xplode niet de standaardoptie in plaats van Explode? Het werkt hetzelfde alleen met meer mogelijkheden. Het antwoord is niet te geven, alleen door de mensen van Autodesk.
Maar het feit blijft dat dit een heel handige functie is, die helaas alleen via de commandline te bereiken is. Maar wat let u om het commando achter de alias 'X' te vervangen door Xplode?